Op een late avond rijdt een vader door de studentenstad waar zijn zoon woont en besluit hij even langs te gaan om zijn zoon te bezoeken.
De vader klopt op de deur van het studentenhuis.
Niemand doet open.
Hij klopt harder, maar nog steeds geen reactie.
Hij begint boos op de deur te bonken.
Eindelijk steekt er een hoofd uit een raam op de tweede verdieping.
“Heb je iets nodig, vriend?” vraagt een broeder vanuit het raam.
“Ja, woont Billy Powers hier?” vraagt de vader.
“Ja,” zegt de broeder, “…
“Zet hem maar op de trap, dan halen we hem morgenochtend wel op.”