Tijdens een routinepatrouille in de VS, geparkeerd buiten een lokale buurtbar, zag een politieagent een man die zo dronken was dat hij nauwelijks kon lopen.
De man strompelde enkele minuten rond op de parkeerplaats, terwijl de agent rustig toekeek.
Nadat hij zijn sleutels op vijf verschillende auto’s had geprobeerd, vond hij eindelijk zijn eigen auto en zakte in elkaar op de bestuurdersstoel.
Hij bleef daar een paar minuten zitten terwijl andere barbezoekers vertrokken en wegreden.
Toen startte hij de auto, zette de ruitenwissers aan en uit (ook al was het een droge nacht), zette de alarmlichten aan, toeterde en deed de koplampen aan.
Hij reed een paar centimeter vooruit, reed een stukje achteruit en bleef weer zitten terwijl meer bezoekers het parkeerterrein verlieten.
Toen bijna iedereen was weggereden, reed hij langzaam weg en begon hij de straat af te rijden.
Na al die tijd geduldig te hebben gewacht, zette de agent zijn zwaailichten aan, hield de man aan en liet hem een alcoholtest doen.
Tot verbazing van de agent bleek uit de test dat er geen spoor van alcohol was.
Verbaasd zei de agent: “Ik moet u meenemen naar het bureau. Deze alcoholtest moet kapot zijn.”
De man antwoordde: “Dat betwijfel ik, agent”…
“Vanavond ben ik de aangewezen lokvogel. De rest is allemaal ontsnapt.”
