Een lokale bar was er zo zeker van dat hun barman de sterkste man in de omgeving was, dat ze een weddenschap van $1.000 aanboden.
De barman moest een citroen uitpersen totdat al het sap in een glas was gelopen, en vervolgens de citroen aan een klant geven. Iedereen die nog één druppel sap uit de citroen kon persen, zou het geld winnen.
Veel mensen hadden het in de loop der tijd geprobeerd – gewichtheffers, havenarbeiders, enz. – maar niemand kon het.
Op een dag kwam er een magere kleine man binnen, met een dikke bril en een goedkoop pak, en zei met een piepstemmetje: “Ik wil de weddenschap wel aangaan.”
Nadat het gelach was weggeëbd, zei de barman oké, pakte een citroen en kneep erin. Daarna gaf hij de gerimpelde schil aan de kleine man.
Maar het gelach van het publiek veranderde in totale stilte toen de man zijn vuist om de citroen balde en er zes druppels in het glas vielen.
Terwijl de menigte juichte, betaalde de barman de 1000 dollar en vroeg hij aan de kleine man: “Wat doe je voor de kost? Ben je houthakker, gewichtheffer of wat?”
De man antwoordde: “Ik werk voor de belastingdienst.”